-->

Bouwen aan verandering

Tien jaar MKB Kenniskring Amsterdam: Samen vernieuwen in de praktijk

Duurzaam bouwen

Gepubliceerd op: 7 juli 2025

In een volle Uilenburgersjoel vierde de MKB Kenniskring Amsterdam vorige week woensdag haar tienjarig jubileum. De kenniskring, waarin MKB-aannemers samenwerken met de gemeente Amsterdam, heeft zich het afgelopen decennium ontwikkeld tot een belangrijke aanjager van duurzame vernieuwing in de bouw. Van circulair bouwen tot emissieloos werken, de kenniskring laat zien dat échte transitie begint bij samenwerken én doen.

Het doel van de MKB Kenniskring is het versnellen van duurzame innovatie in de bouwsector, door kennisdeling en samenwerking tussen markt en overheid. In plaats van te wachten op beleid, kiezen de betrokken partijen ervoor om samen te leren, te experimenteren en concrete oplossingen te ontwikkelen voor de grote opgaven van deze tijd, zoals CO₂-reductie, circulair bouwen en toekomstbestendige infrastructuur.

Terugblik: “Waarom doen we het niet gewoon?”

De bijeenkomst startte met een persoonlijke en eerlijke terugblik door Rob Konijn (Germieco), een van de grondleggers van de kenniskring: “Welkom op jullie eigen feestje,” opende hij de bijeenkomst.

Konijn vertelde hoe het initiatief tot stand kwam: “We hebben Marten Klein (Ingenieursbureau Amsterdam) moeten ‘overtuigen’ over hoe goed het samenwerkingsconvenant in Rotterdam werkte. Het oorspronkelijke plan van Rotterdam vond hij ‘niks’, dus werd Amsterdams besloten: we gaan het anders doen.” Hij beschreef hoe in de eerste jaren ‘open spaces’ georganiseerd werden, waar mensen, niet bedrijven of functies, met elkaar in gesprek gingen. “Je zit ook met concurrenten aan tafel, maar ik heb dat nooit zo ervaren,” aldus Konijn.

Eén van de eerste onderwerpen die de MKB-kenniskring besprak was het idee van een samenwerkingsovereenkomst (SOK) waarin de stad verdeeld werd in vier werkgebieden. Dat bleek voor de MKB’ers onhaalbaar. Na hoor en wederhoor werd uiteindelijk gekozen voor negen percelen. Volgens Martin bleek dat een prima alternatief, omdat het juist ruimte gaf aan meerdere partijen om tegelijk in actie te komen.

De gemeente Amsterdam speelde een aanjagende rol, met name op het gebied van emissieloos werken in de stadsinfra. Zij hadden als missie Amsterdam streeft naar een aanzienlijke vermindering van CO2-uitstoot om klimaatneutraliteit te bereiken. De stad wil in 2025 een reductie van 5%, in 2030 een reductie van 60% en in 2050 een reductie van 100% realiseren ten opzichte van referentiejaar 1990.

De kring groeide en verbreedde zich in de periode daarna met partners als de gemeente Zaanstad, Port of Amsterdam en Waternet. “We blijven samen stappen zetten om de transitie te versnellen, zowel in Amsterdam als daarbuiten. We gaan hier minimaal nog tien jaar mee door,” aldus Konijn. Inmiddels zijn er zo’n 50 bijeenkomsten geweest, gemiddeld vijf per jaar. “Het aanwezigheidspercentage is altijd hoog,” zegt hij, “en dat zegt alles: we vinden het belangrijk.”

Toch blijft het aantal soortgelijke initiatieven elders in het land beperkt. Marten Klein vroeg Guus Pieters (Building Changes) waarom er niet 30 van dit soort kringen zijn. “De wil is er maar er altijd wel een beer op de weg: geen tijd, geld of capaciteit of het not invented here-syndroom” Antwoordde hij. “Maar,” zo stelde hij: “Om de grote opgaven het hoofd te bieden, móéten we samenwerken, en is een kring de rand voorwaardelijke gespreksstarter.”

 

Emissieloos werken

Pieters nam vervolgens het woord om een praktijkcase toe te lichten over emissieloos werken. Hij begon met een reflectie op de bouwsector: “In de afgelopen veertig jaar is er veel gebeurd. Maar wat is nu écht innovatie? We zijn altijd op zoek naar het antwoord.”

Hij verwees naar het de fasenaanpak van TransMissiemodel van o.a. Lucas Simons (2022), waarin systeemverandering stapsgewijs verloopt: van bewustwording, via koplopers en toenemende concurrentie met het oude systeem, naar een omslagpunt en uiteindelijk verankering van het nieuwe als norm. Elke fase vraagt om een andere aanpak en rol van betrokken partijen.

Een sterk voorbeeld van die omslag is de emissieloze stadsinfra in Amsterdam. Konijn: “We spraken er in de kring al zeven, acht jaar geleden over. Nu rijden onze shovels en knijperauto’s op stroom. Dat is ontstaan binnen de kring.”

 We zijn goed in de bouw in het opzetten van pilots, maar vergeten vaak de stap naar opschaling. “We zeggen: dit werkt, vanaf morgen is het nieuwe normaal. Maar we vergeten na te denken over marktvorming en de maatschappelijke businesscase,” aldus Pieters. Een van de belangrijkste lessen van de MKB-kenniskring is dat je een markt met elkaar kunt vormen door de benodigde condities stuk voor stuk te creëren.

Eén van de condities die nodig zijn om emissieloos te werken is laadinfra. Port of Amsterdam realiseerde in zes maanden tijd een laadplein toen bleek dat dit een ontbrekende schakel was en waar inmiddels de aannemers graag gebruik van maken. “Ze liepen tegen simpele vragen aan: hoe moet ik laden? En toen kwam die oplossing.”

Pieters sloot af met gevoel voor humor en emotie:

“Ik hou het geen tien jaar meer vol, want ik zit tegen de pensioenleeftijd aan maar ik heb hier een machtige mooie tijd.”

Pluim op de hoed

Tijdens het intermezzo “Pluim op de Hoed” draaiden de rollen zich om: dit keer gaven de MKB-aannemers de gemeente Amsterdam een compliment, in de vorm van vijf speciaal ontworpen verkeersborden. Elk bord droeg een symbolische boodschap: “Fouten maken mag” (samenwerking vraagt ruimte om te leren), “Koersvast” (waardering voor beleidsmatige continuïteit), “Tien jaar MKB Kenniskring – samen beter voor de stad” (een feestelijke ode aan het jubileum), “Het wordt pas leuk als het echt wordt” (de samenwerking levert concrete resultaten op), en “Kennis delen is vermenigvuldigen – van klaagpaal naar complimentenwoud” (erkenning van de open leercultuur binnen de kring). Sjoukje Alta (Gemeente Amsterdam) nam de pluimen dankbaar in ontvangst: “Bijzonder dat jullie ons als koersvaste partner ervaren, dat horen we niet altijd.” Erik van der Neut (Markus B.V.) benadrukte dat deze waardering wederzijds is: “Omdat we ons gezien voelen, blijven we hier graag aan meewerken.”

Alta sluit af: “De MKB Kenniskring is een voorbeeld van hoe het hoort. Wij zijn bescheiden als overheid, want de échte kennis zit bij de mensen die elke dag aan deze stad bouwen. Ik neem deze pluim aan, maar hij is voor ons allemaal. Ik hoop dat we dit nog honderd jaar mogen doen.”

Panelgesprek: Vertrouwen, vakmanschap en voorspelbaarheid

Er volgde een panelgesprek over regionale ontwikkeling, markt en innovatie. Tijdens dit gesprek kwam duidelijk naar voren hoe belangrijk de menselijke kant is binnen succesvolle samenwerkingen. Ron Oudeman (Dekker Holding Krabbendam) benadrukte dat het uiteindelijk de mensen zijn die met elkaar samenwerken, niet de bedrijven. Met een gedeeld doel ontstaat zo de basis voor succes. Lennard Heij (Bouwend Nederland) herkende dit en vertelde dat de sector lange tijd vooral over elkaar praatte, terwijl het nu echt gaat om het gesprek met elkaar. Deze kentering maakt het verschil. Patrick Tramper (Gemeente Amsterdam) haalde het voorbeeld aan van de samenwerkingsovereenkomst, waaruit blijkt dat langdurige samenwerking kan leiden tot waardevolle verbeteringen en werkbare afspraken. Carolien van Vliet (Cumela) plaatste daar de urgentie van het enthousiasmeren van de nieuwe generatie tegenover. Ze sprak vol overtuiging over het belang van trots op het vak, want alleen zo kunnen we het schrijnende personeelstekort aanpakken.

Innovatie stond ook centraal in het gesprek. Heij benadrukte dat de kracht tot vernieuwen vooral bij het MKB ligt, maar dat ze daarvoor wel de ruimte en faciliteiten moeten krijgen. Oudeman voegde daar aan toe dat de opdrachtgever een cruciale rol speelt: zonder standvastigheid val je al snel terug in oude patronen. Tramper sloot hierbij aan en benadrukte dat voorspelbaarheid in gemeentelijke projecten essentieel is. Door marktpartijen vroegtijdig te betrekken en helder te communiceren over planning en kansen, kan iedereen beter anticiperen en capaciteit organiseren. Het gesprek eindigde met een warm pleidooi van Oudeman voor het vroeg enthousiasmeren van jongeren voor de bouwsector. Door spelenderwijs kennis te maken met het vak wordt er een zaadje geplant voor de toekomst. Vroeg zaaien betekent immers snel oogsten.

Afsluiting: De toekomst maken we samen

De middag werd op inspirerende wijze afgesloten door van der Neut. Hij bedankte de panelleden voor hun waardevolle bijdragen en sprak zijn waardering uit voor iedereen die betrokken was. Met een kleine attentie aan de panelleden, als blijk van dank sloot hij af met een krachtige boodschap: “De beste manier om de toekomst te voorspellen, is door hem zelf te creëren. Laten we samen bouwen aan een leefomgeving waarin innovatie, duurzaamheid en vakmanschap hand in hand gaan.”